Het concert vindt plaats in Galerie Marzee. Adres: Lage Markt 3, 6511 VK Nijmegen. U kunt reserveren via reserveringen@modernemuziek.nl. Aan de deur worden geen kaartjes verkocht. Voor het bestellen van losse kaartjes kunt u het bedrag van €24 overmaken op bankrekeningnummer NL78 INGB 0000 6517 17 ten name van Stichting Moderne Muziek Nijmegen (studerenden tot 30 jaar € 12). Reserveringen worden in volgorde van binnenkomst in behandeling genomen en bevestigd. Abonnementhouders en vrienden van de Stichting hebben voorrang.
Het Collectief is een kamermuziekensemble dat in 1998 in Brussel werd opgericht. Door consequent met een vaste kern van vijf musici te werken, bouwde de groep een intrigerende eigen sound op, gekenmerkt door een heterogene mix van blazers, strijkers en piano.
Het Collectief
Félix Roth, hoorn
Wibert Aerts, viool
Martijn Vink, cello
Thomas Dieltjens, piano
programma
Wolfgang Rihm – Fremde Szene III (1983 -1984)
Heinz Holliger – Cynddaredd-Brenddwyd voor hoorn solo (2001/2004)
Bernd Alois Zimmerman – Sonate voor viool en piano (1950)
György Ligeti – Etude ‘L’escalier du diable’ (Tweede boek) (1988-1994)
– pauze –
György Ligeti – Cello sonata (1948/1953)
György Ligeti – Trio for Horn, violin and piano (1982)
De onlangs overleden Duitse componist Wolfgang Rihm (1952-2024) schreef een gigantisch repertoire van meer dan 500 composities. Wat daarbij opvalt is dat zijn stijl altijd is blijven evolueren en dat hij dus moeilijk te duiden is onder de noemer van één of ander ‘isme’. Rihm is zich steeds vragen blijven stellen bij zijn rol als avant-gardecomponist in de twintigste en éénentwintigste eeuw, hij voelde zich tegelijkertijd deel van de rijke Duitse muziektraditie. Die paradox komt ook naar voren in de Fremde Szenen, drie stukken voor pianotrio, geïnspirireerd op de pianotrio’s van Robert Schumann. Wolfgang Rihm probeert met zijn muziek de sensatie op te roepen die het publiek zou kunnen hebben gevoeld bij de eerste beluistering van Schumanns pianotrio’s. We horen af en toe duidelijke referenties naar Schumann, maar vooral de expressieve kracht en de emotionele impact van Schumanns muziek wordt benadrukt en getransponeerd naar de oren van het hedendaagse publiek.
We kennen Heinz Holliger (°1939) allereerst als één van de grootste hoboïsten van onze tijd. Maar ook als componist is hij vrij snel toonaangevend geworden met werken als de Studie über Mehrklänge voor hobo solo uit 1971. De laatste jaren legt Holliger zich meer en meer toe op compositie wat onder andere resulteerde in een ander solowerk, deze keer voor hoorn, met de titel Cynddaredd – Brenddwyd (2001/2004). De aan het Gaelic ontleende titel betekent woede-droom en geeft Holliger een emotioneel uitgangspunt om alle instrumentaal-technische extremen van het instrument te verkennen.
Wanneer we naar de geboorte- en sterfdatum van Bernd Alois Zimmermann (1918-1970) kijken, kunnen we enigszins begrijpen waarom hij binnen de Duitse avant-garde van de twintigste eeuw altijd als een buitenbeentje is beschouwd. Zimmermann was te jong om aansluiting te vinden bij toonaangevende figuren uit het Duitse interbellum zoals Kurt Weill of Paul Hindemith. In het gezelschap van nieuwlichters uit de jaren na de Tweede Wereldoorlog zoals Stockhausen of Boulez voelde hij zich dan weer een relict uit het verleden. Hij ontwikkelde daarom een stijl die hij zelf de ‘pluralistische klankcompositie’ is gaan noemen en die gekenmerkt wordt door een opeenstapeling van stijlen uit verschillende muzikale tijdperken en van diverse herkomsten. In de Sonate voor viool en piano kan je die symbiose goed horen. We ontdekken referenties aan Bartók en Stravinsky, maar ook de experimentele seriële stijl van Darmstadt is niet veraf. Ondanks deze brede waaier van invloeden is Zimmermann er in geslaagd, dankzij een bijzonder métier, een heel originele, persoonlijke bijdrage te leveren aan het twintigste eeuwse avant-garde. De sonate-delen zijn: (i) Allegro moderato, (ii) Rubato Fantasia. Andante sostenuto, (iii) Rondo. Allegro con brio.
In 1988 raakte Ligeti (1923-2006) in de ban van de etudes voor piano van Chopin en Debussy en besloot zelf een reeks te schrijven. Uiteindelijk schreef hij niet minder dan 18 etudes, die zeer snel klassiekers zijn geworden door hun ongebreidelde creativiteit en originaliteit. L’escalier du diable is één van de vele polyritmische etudes. Een zich steeds herhalende chromatisch stijgende ladder tart de uiteinden van het klavier én de extremen van de dynamiek.
Ligeti’s Sonate voor cello solo komt uit een heel ander tijdperk. De sonate heeft twee delen: (i) Dialogo – Adagio, rubato, cantabile (ii) Capriccio – Presto con slancio. Het eerste deel Dialogo schreef hij al in 1948 tijdens zijn studententijd. Het beschrijft een conversatie tussen een man en een vrouw, verklankt door een afwisseling van de hoge en lage snaren van de cello. Het tweede deel kwam 5 jaar later tot stand en is een virtuoos Capriccio in de stijl van Bartók. Het werk is een mooie illustratie van de rijke Hongaarse muziektraditie waar de jonge Ligeti graag deel van wilde uitmaken.
Toen György Ligeti in 1982, een paar jaar voor zijn etudes, de laatste hand legde aan zijn Trio voor viool, hoorn en piano gaf hij het de ondertitel Hommage à Brahms mee. Ligeti wilde inderdaad een moderne pendant creëren voor het Trio opus 40 dat Johannes Brahms in 1865 componeerde voor diezelfde merkwaardige bezetting.
Ligeti’s trio heeft vier delen: (i) Andante con tenerezza, (ii) Vivacissimo molto ritmico, (iii) Alla marcia, (iv) Lamento. Adagio. In deze schijnbaar klassieke vorm trekt Ligeti alle registers open. Het trio begint met een bizarre lyrische dialoog waarin viool en hoorn elk hun eigen logic a en timing blijven volhouden. Het tweede deel is een snelle polyritmische dans met ongeziene acrobatieën in de hoorn, het derde een burleske mars waarin viool en piano de grenzen van de ritmische coördinatie aftasten. Met een indrukwekkend ‘lamento’ geïnspireerd op Oost-Europese rouwmuziek, maakt Ligeti het verhaal rond.
Het Collectief
In zijn repertoire keert Het Collectief terug naar de roots van het modernisme: de Tweede Weense School. Vanuit deze basis worden zowel de grote twintigste-eeuwse composities als de allernieuwste experimentele stromingen verkend. Daarenboven maakt de groep furore met spraakmakende cross-overs tussen het hedendaagse en het traditionele repertoire en met adaptaties van historische muziek.
Naast de vele concerten in België is Het Collectief ook internationaal aanwezig in Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland, Oostenrijk, Malta, Cyprus, Litouwen, Letland, Oekraïne, Polen en in Zuid-Amerika (Peru en Brazilië) en in Azië (Hong Kong).