Zondag 6 april 2025 om 16:00 uur

Het eerder aangekondigde concert met Britse muziek kan niet doorgaan in verband met een blessure van de violiste Heleen Hulst. In plaats daarvan brengt het NAP nu een programma met werken van Cage, Wolfe, Cowell en Crumb.

Lees ook de fraaie recensie door Thomas Wijsman over het vorige concert door Dirk Rothbrust in intonijmegen.

We besluiten het seizoen met een aantal oude bekenden, het Nieuw Amsterdams Peil (NAP), de onverschrokken band die in 2005 opgericht werd door de pianoleeuw Gerard Bouwhuis en de avant-garde violiste Heleen Hulst. Het ensemble, dat voor geen genre of stijl terugdeinst richt zich op een breed repertoire van kamermuziek en muziektheater. De musici vormen eerder een ‘band’ dan een ‘ensemble ’. Weinig hiërarchie en veel eigen inbreng door iedere speler afzonderlijk.

John Cage (1912 – 1992) 
Uit Sonatas and Interludes geprepareerde piano (1948) 
Sonata I t/m IV 
Interlude 1 
Sonata  V t/m IX
Interlude 2
Julia Wolfe (1958) 
With a blue dress on strijkkwartet  (2010/2015) 
Pauze
Henry Cowell (1897 – 1965)  piano
Anger Dance (1914) 
Antinomy (1914) 
Aeolian Harp (1924)
George Crumb (1929 – 2022) 
Black Angels (1970)
versterkt strijkkwartet
I DEPARTURE 
1. THRENODY I: Night of the Electric Insects / 2. Sounds of Bones and Flutes / 3. Lost Bells / 4. Devil-music / 5.Danse Macabre 
II ABSENCE 
6. Pavane Lachrymae / 7. THRENODY II: BLACK ANGELS! / 8. Sarabande de la Muerta Oscura / 9.Lost Bells
III RETURN 
10. God-music / 11. Ancient Voices / 12. Ambient Voices (Echo) / 13.THRENODY III: Night of the Electric Insects 

Over het programma

John Cage
Sonatas and Interludes van de Amerikaanse avant-garde componist John Cage is een cyclus van 20 stukken voor wat wellicht zijn meest bekende innovatie is, de geprepareerde piano. In Sonates en Interludes is de preparering van de vleugel complexer dan in eerdere stukken. Met schroeven en bouten, maar ook met stukken rubber, plastic, moeren en één gummetje worden vijfenveertig noten voorbereid.

In eerste instantie is een stuk een lege container. Cage stelde voor elke compositie een reeks proportionele tijdseenheden op door nauwkeurige numerieke berekeningen. Binnen deze structuur vulde hij dan de klanken in. Hij noemde zijn stukken sonates in de zin dat deze werden gegoten in de vorm van vroege klassieke klaviersonates.

Het formaat mag dan de struktuur van klassieke sonates hebben maar de inhoud is geïnspireerd door van een indiase rasa-esthetiek.  Zelf zegt hij dat de “stukken met belachtige geluiden Europa suggereren en andere met een trommelachtige resonantie het Oosten”.

In zijn lezing uit 1949 over Sonates en Interludes benadrukte Pierre Boulez de verbinding tussen traditie en innovatie in dit werk: “De structuur van deze sonates brengt een preklassieke en een ritmische structuur samen.”

Julia Wolfe
 Julia Wolfe, de Amerikaanse componiste en medeoprichter van het legendarische New Yorkse ensemble Bang on a Can baseert zich op folk-, klassieke en rockmuziek, waarbij ze deze genres heruitvindt en tegelijkertijd de muren daartussen afbreekt. Wolfe heeft een groot oeuvre voor strijkers geschreven, van kwartetten tot een volledig orkest. Over haar kwartetten schreef The New Yorker: “[they] combine the violent forward drive of rock music with an aura of minimalist serenity [using] the four instruments as a big guitar, whipping psychedelic states of mind into frenzied and ecstatic climaxes”. Het werk dat u vandaag hoort With a blue dress on werd geïnspireerd door een klaaglijke veldopname van een vrouw die “Pretty little girl with a blue dress on” zingt. 

Henry Cowell
Voor Henry Cowell, een van de meest controversiële en excentrieke figuren in de Amerikaanse avant-gardemuziek, was een piano niet zomaar een toetsinstrument. Voor hem was de piano een klankgenerator waarmee hij niet eerder gehoorde sonische landschappen creëerde. 

Amper 17 jaar oud componeerde hij zijn Anger Dance. Hij was kwaad omdat een arts aan wie hij een krom been liet zien, voorstelde het af te zagen. Het stuk bestaat uit de herhaalde frases die hij toen in zijn toen hoofd hoorde. En hoeveel herhalingen hoort u in de uitvoering? Tja, dat hangt van de woede van de pianist af. 

In zijn Antinomy hoort u experimenten met toonclusters en onconventionele harmonieën. Dat viel niet overal in goede aarde. Volgens de recensent van de Leipziger Abendpost was het “zo’n zinloos getokkel en zo’n weerzinwekkend gebeuk op het klavier, niet alleen met de handen, maar zelfs ook met de vuisten, onderarmen en ellebogen, dat men het een grove obsceniteit moet noemen om zo’n kakofonie aan het publiek te bieden”.

In zijn Aeolean harp introduceert Cowell weer een innovatie. De pianist speelt niet op de toetsen maar duikt in het instrument waar hij aan de snaren veegt, plukt en ze op andere manieren manipuleert. 

De invloed ervan is terug te zien in de werken van latere componisten. Cowells innovaties waren inspiratie voor Cages stukken voor geprepareerde piano en, 25 jaar later, voor Lachenmanns experimenten.

George Crumb
Typisch voor de composities van Crumb is dat ze de grenzen van de techniek opzoeken door het gebruik van ‘extended techniques’. De klankkleuren en atmosferische effecten die hij daarmee oproept, creëren veelal een surrealistische sfeer met beklemmende soundscapes.

Een van zijn bekendste composities is Black Angels voor elektrisch strijkkwartet; “Friday the Thirteenth, March 1970, Thirteen images from the dark land” schreef Crumb op zijn partituur. Het werk, een threnody, is een klaagzang over en een aanklacht tegen de toen woedende Vietnamoorlog.  “Things were turned upside down. There were terifying things in the air… they found their way into Black Angels”, schreef Crumb.

Het stuk valt op door zijn onconventionele instrumentatie, waarin elektrische snaarinstrumenten, kristallen glazen en twee hangende tamtam gongs worden gebruikt. Crumb schrijft: “De versterking van de snaarinstrumenten in Black Angels is bedoeld om een zeer surrealistisch effect te produceren. Dit surrealisme wordt versterkt door het gebruik van ongebruikelijke snaareffecten; bijvoorbeeld pedaaltonen (de intens obscene klanken van de Duivelsmuziek); strijken op de “verkeerde” kant van de snaren […]; trillen op de snaren met vingers met vingerhoeddoppen. De uitvoerders bespelen ook maracas, tam-tams en met water gestemde kristallen bekers, de laatsten bespeeld met de strijkstok voor het “glazen harmonica” effect in God-Music.”

Het werk bevat verschillende toespelingen op tonale muziek. U hoort citaten uit Schuberts strijkkwartet Der Tot und das Mädchen en verwijzingen naar het Dies Irae.  In deze woelige tijden krijgt zijn aanklacht tegen de oorlog een nieuwe lading.

Over de componisten

Henry Cowell (1897 – 1965) werd geboren in Californië. Op zijn zeventiende studeerde hij bij de invloedrijke musicoloog Charles Seeger op de Universiteit van Californië. Naast Europese klassieke muziek was Cowell ook geïnteresseerd in muziek van andere culturen, waaronder de Aziatische en Midden-Oosterse muziek. Als pianist en componist reisde hij van 1923 tot 1933 door Europa en veroorzaakte veel opschudding met zijn concerten. In 1927 richtte hij het New Music Quarterly op en was tot 1936 hiervan redacteur. Hij doceerde aan de New School for Social Research in New York en aan de Columbia University (Ja, de universiteit die nu gestraft wordt voor progressieve tendensen). Van 1936 tot 1940 werd hij wegens homoseksueel gedrag veroordeeld tot een gevangenisstraf in San Quentin, waar hij wel gewoon door bleef componeren. In 1942 kreeg hij volledige gratie. 

John Cage (1912 ‑ 1992) groeide uit tot een van de belangrijkste avant-gardecomponisten van de 20e eeuw. Hij introduceerde in zijn muziek oosterse invloeden, toevalsoperaties en geprepareerde piano’s. Mede onder invloed van zijn andere compositiedocent Henry Cowell legde Cage in zijn vroege werken meer nadruk op klankkleur en ritme. Met Music of Changes (1951) voor piano deed de I Tjing en het toeval zijn intrede in zijn werk. In de jaren 40 was Cage een van de eersten die met elektronische en vooraf opgenomen muziek experimenteerde. Hij was ook actief als auteur, beeldend kunstenaar en docent.  

George Crumb (1929 – 2022) begon al jong met componeren en studeerde af aan de Universiteit van Michigan. Vanaf 1965 gaf hij compositieles aan de Universiteit van Pennsylvania waar hij onder anderen Osvaldo Golijov tot zijn studenten mocht rekenen. Zijn bekendste werken zijn Black Angels voor elektrisch strijkkwartet en Makrokosmos, een serie van vier boeken met stukken voor piano, ook elektrisch versterkt. In 1968 ontving hij zijn eerste Pullitzer Prize voor de orkestsuite Echoes of Time and the River. Hierna volgden vele andere prijzen. Ook werd hij geëerd met vele eredoctoraten. 

Julia Wolfe (1958) is een Amerikaanse componist en Pulitzer Prize-winnaar. Ze studeerde aan de University of Michigan, Yale en Princeton en is momenteel professor compositie aan de New York University (NYU) Steinhardt School. Haar muziek kenmerkt zich door fysieke intensiteit en ongeremde energie, die zowel uitvoerders als publiek tot het uiterste drijven. Wolfe schrijft voor diverse bezettingen, van strijkkwartet tot orkest. Haar oratorium Anthracite Fields won in 2015 de Pulitzer Prize en werd genomineerd voor een Grammy. Haar werken zijn uitgevoerd op prestigieuze locaties zoals Carnegie Hall, Lincoln Center en Tanglewood.